zondag 17 juni 2007

Zo wordt de tractor een trektor (de montage)


Dit is de tractor zoals hij er nu bij staat. Je ziet dat hij al weer heel mooi in elkaar zit, althans aan deze kant...

Hier zie je dat er stukken ontbreken en hij heeft nog helemaal geen buikschild.
Maar goed, hij is al weer een beetje een tor...






Zo wordt de tractor een trektor (glazuur en montage)


Zo zien de geglazuurde stukken eruit. Nu moeten ze weer op de tractor gemonteerd worden.
Natte klei is gemiddeld 7 % groter als gebakken, geglazuurde klei. De geboetseerde tor is nu te klein geworden voor de tractor.
Om het geheel toch te laten passen worden er voegen gemaakt, die later opgevuld worden met cement.


Je ziet dat de tractor inmiddels ook een ander kleurtje heeft. Maar dat is grondverf. Straks wordt hij weer anders van kleur.








Zo wordt de tractor een trektor (met klei)


Zo zag de tractor eruit toen er klei op aangebracht was. Je ziet dat hij nu al gevormd is maar de klei moet nog gebakken worden.
Dus hebben we voorzichtig alle klei in keurige stukken van de tractor gesneden om ze te kunnen bakken in een keramiekoven.



De klei wordt twee keer gebakken. De eerste keer op 1050 graden. Dit heet biscuitbrand.
Dan worden de stukken ingesmeerd met glazuur, glazuur is een gekleurde glanslaag. Vervolgens worden de stukken weer gebakken op 1150 graden.





Zo wordt de tractor een trektor...







Dit was de tractor zoals we hem kochten. Er kon nog op gereden worden al stonk dat wel heel erg naar diesel. De tractor komt helemaal uit de buurt van Enschede.

dinsdag 5 juni 2007

verhalen van de leerlingen van de Beatrixschool

1.
Joany:
Vrij! Vliegend de wijde wereld in, de frisse geur van mooie bloemen, de mooie blauwe lucht, fijn je eigen gang gaan, staan en gaan waar je wilt en als het te warm wordt gewoon een koel plekje onder de boom zoeken. Grazen door het gras, maar nee een doodgewone tractor in plaats van een vrije trektor. Altijd die vieze geur van die koeien en die grijzige lucht… Vooral overal heen gaan waar je niet naartoe wil. Ik ben niet vrij….
En kijk wat er van me geworden is, een doodgewoon standbeeld.

2.
Rivka:
Dan komt de boer en de tractor zegt: ‘Ik wil een kever worden.’ De boer schrikt en zegt: ‘O, ik wist helemaal niet dat jij kon praten!’ Vervolgens praten de boer en de tractor een tijdje en gaan daarna naar bed. De volgende ochtend als de tractor wakker wordt ziet hij de boerin. Aardige vrouw met een rode hoofddoek en een tuinbroek. Hij rijdt naar haar naar toe, de boerin schrikt, dan stopt de tractor. Achter de boerin staat een fee, ze ziet er lief uit en zegt: ‘Schrik niet, ik ben maar een fee! Ik hoorde je wens, tractor. Jij wilt een kever worden.’ ‘Ja’, zegt de tractor. ‘Dat kan, maar nu nog niet, hoor’.
De boer komt naar de tractor en roept: ‘We moeten aan het werk, tractor!’ Ze rijden het land op en gaan aan het werk. Dan ziet de tractor een kever die een bal omhoog gooit. Of nee, het is de kerstman in zijn arrenslee! De boer ziet de kerstman en roept: ‘Ik wil een paar nieuwe klompen en een zakdoek!’ De tractor hoeft niet lang na te denken:‘Ik wil een kever zijn, kerstman!’ De kerstman landt in de wei en zegt: ‘Voor de boer: klompen en een zakdoek, voor de tractor, je wordt een trektor! De tractor leefde verder als trektor en genoot van zijn vrijheid, keer op keer.








3.
Andy:
De tractor schudt heftig heen en weer. De boer valt voorover waarna de tractor de schuur inrijdt. De tractor pakt planken en touw, hij haalt zijn banden eraf, zet er planken onder en maakt het vast. Dan maakt hij een soort van kop, haalt de kap er af die boven de motor zit en schroeft de kop er aan. Hij schroeft het stuur, de spatborden en de zitplek los en maakt er een keverkap op. De uitlaat fungeert als poepgat. De tractor maakt vleugels en zet ze aan de keverkap. Dan vliegt hij weg.
De boer wordt wakker en ziet een megakever vliegen. ‘Duh, en er komt nog rook uit ook!’
Hij weet al wie en wat het is, het is zijn tractor alleen dan omgebouwd. De boer valt bijna flauw en schreeuwt: ‘Je moet nog allemaal klusjes doen’.
De tractor hoort het niet en de boer zegt: ‘Het is geen tractor maar een trektor’.
De trektor maakt een cirkel in de lucht, vliegt langs het raam van de boerderij en roept naar de boer: ‘Ik ben sterk want ik heb 12 turbo’s’.
‘Maar dat wist ik niet’, zei de boer. ‘Nou, kom je nog, dan gaan we weer aan het werk’.
‘Nee’, zegt de trektor en hij vliegt weg. Hoger en hoger tot de boer alleen nog maar een klein stipje ziet. ‘Hmm’, bromt de boer bedenkelijk. ‘Die zien we waarschijnlijk nooit meer terug. En als ik hem al terug zie, dan is het geen tractor meer maar een trektor…’




4.
Koen:
Langzaam werd het donker. De tractor stond in het weiland. Tussen de sterren werd iets zichtbaar. Het was een toverfee die naar beneden viel. Ze riep:‘Au’, toen ze overeind krabbelde en daarna: ‘Je mag 3 wensen doen’.
De tractor zei: ‘Ik wou dat ik dit eerder had geweten’. Toen draaide de klok terug en de fee vroeg wat de tweede wens van de tractor was. De tractor zei dat hij wenste dat hij eerder had geweten dat hij een wens had mogen doen. Wederom draaide de klok terug. Voor de derde maal vroeg de fee om een wens. De tractor dacht diep na en zei: ‘Eeh, dat ik een trektor ben.’ Dus veranderde hij in een trektor en groef een gat in de grond. Hij ging er in zitten en groef het gat weer dicht. Tot op de dag van vandaag werd hij nooit meer iets van hem vernomen. Maar… als je in het land van de fee komt, let dan op die kleine holletjes in de grond. Waarschijnlijk woont daar een trektor.

5.
Anouk:
De boer slaapt heerlijk. De tractor valt ook in slaap maar schrikt na een tijdje wakker en vraagt zich af: ‘Waar ben ik?’ Hij kijkt naar de omgeving die heel erg groot lijkt en hij, hij voelt zich klein. Hij bestudeert zijn onderdelen. Onderdelen? ‘Hee, maar, maar…poten, vleugels…’ Ledematen! ‘Ik lijk wel een tor. Dat wilde ik altijd zo graag’. De boer die naast hem ligt lijkt onnoemelijk groot. Dan hoort de tor een stem: ‘Wie is daar?’
‘Ik ben de wensfee’, zegt de stem. ‘Je wens is in vervulling gegaan. Je wilde toch een tor zijn? Nu ben je er een! Je bent een trektor. Ga er op uit!’
‘Dank U wel, wensfee.’ ‘Graag gedaan tractor, het was geen moeite.’ De fee liet zich niet zien maar sprak verder met gedempte stem: ‘Ga dan, je bent vrij.’ ‘Vrij’, de trektor begreep niet wat de fee bedoelde. ‘Ja, zo vrij als een vogel.’ De trektor vliegt weg, weg van de hitte. ‘Dag boer, U hoeft niet te huilen, hoor. Ik ga weg. Dag, dag! Niet meer in dat harnas, zware dingen tegen mijn zin doen.’ Daar gaat hij. Hij vliegt weg van de boer en de akkers. ‘Ik ga op wereldreis.’

Even later komt de tor aan in Parijs. ‘Wat mooi, zo mooi. De Eifeltoren is prachtig en het ijs is heerlijk. De tor eet wel 20 bolletjes ijs. Dan vliegt hij verder naar Marokko. Er lopen mensen met prachtige hoeden. De tor gaat naar de hoedenwinkel. Hij koopt een mooie blauwe vilten muts. ‘Bedankt, hè,’ roept hij. ‘Graag gedaan’, roept de winkeljuffrouw hem na. ‘Dan nu naar Spanje!’ En zo vliegt hij van het ene mooie land naar het andere mooie land. Totdat.. de fee weer verschijnt. ‘De tijd is om.’ De tractor wordt wakker. Heeft hij dan alles gedroomd? Naast hem in het gras lag een blauw vilten mutsje…

6.
Pieter:
De tractor startte zijn motor en reed weg. Toen viel de boer op de grond en werd wakker. Hij zei: ‘Waar is mijn tractor gebleven?’ De boer dacht dat hij misschien van de berg was gerold. Hij liep naar beneden, maar nee, daar was hij ook niet. Ondertussen was de tractor al vele kilometers van de boer verwijderd. Hij was van plan naar Merlijn de tovenaar te gaan en zag zijn huis in de verte op de heuvel liggen. Hij klopte op de deur, Merlijn deed open. ‘Dag Merlijn, ik heb gehoord dat U alles kunt. Zou U mij in een tor kunnen veranderen? De tovenaar keek de tractor blij aan en zei: ‘Je hebt geluk want vanochtend kwam er een tor die in een tractor wil veranderen. Misschien kunnen we wat regelen.’ De tovenaar toverde ze meteen allebei om. De tor werd een tractor en de tractor een tor. Daarna vertrok de tor direct. Hij ging naar beneden en verdween uit het zicht. Naar de stad. Hij las op de weg een bordje waarop stond: Torrenstad. Daar wilde hij heen. Ondertussen was de tractor dezelfde richting als de tor op gegaan. De tor vloog nietsvermoedend verder maar overal kwamen mensen op hem af. Mensen met vliegenmeppers. Ze kwamen achter hem aan. Terwijl de tractor door de stad reed, in alle rust.

7.
Elena:
Ondertussen was de boer ook in slaap gevallen. Hij droomde van het werk op de boerderij, hoe moest dat vroeger zijn geweest? Zonder tractor, dan zou je verschrikkelijk moe zijn aan het einde van de dag. Ondertussen was de tractor ook gaan dromen. Hij droomde over torren. Hoe zal het zijn als hij een tor was? Als het stormde zou hij mee zweven op de wind. Als het warm was zou hij schaduw zoeken onder de bomen. Als iemand hem dood wou trappen zou hij snel weg vliegen want lopen kon hij ook wel maar dat ging niet snel genoeg. Hij zou heel lang leven, zolang hij maar wilde. Hij zou bij andere torren op bezoek gaan. Als hij ziek was ging hij naar een torrendokter die hem beter zou maken.
Als de tractor weer wakker wordt is de boer ook weer wakker. Hij zegt: Kom op makker, we gaan weer aan het werk. De rest van de dag werkt de boer op het land. Als de boer naar bed gaat, gaat de tractor ook slapen.
De volgende dag wordt de tractor wakker uit een diepe slaap. Hij wilde naar de boer rijden om te werken maar dat kon niet meer. Hij was werkelijk tor geworden. ‘Nee, hè?! Dat wil ik niet! Straks wordt ik nog doodgetrapt.’ Ondertussen wilde de boer naar het land gaan. Hij schrok zich dood toen hij de tractor niet zag. Zo erg dat hij echt dood ging. Toen zijn vrouw hem zag viel zij ook dood neer. Precies op de tor, dus die was ook dood. Zo liep het dus af met het echtpaar en de trektor.

8.
Jasper:
De boer werd wakker door het gekerm van de tractor. Hij zei: Wat is er toch, tractor? Ik word altijd wakker door het gejammer van je. Zeg nou eens wat. Elke keer had tractor zijn mond gehouden maar nu kon hij het niet meer aan. ‘Ik word altijd gebruikt voor allerlei dingen. U gaat zelfs in de schaduw van mij liggen. En ik, ik mag in de brandende zon staan. Was ik maar een vlinder of een kever zei de tractor.’ Dit waren de eerste woorden die tractor ooit had gezegd. De boer zei dan ook vol ongeloof: kun jij praten?’ De tractor zei: Ja, het is de eerste keer dat ik wat zeg.’De boer zei: Als je zo graag een kever of een tor wilt zijn, waarom ga je dan niet naar Suwakan de tovenaar. Ik heb nog nooit van Sorawan gehoord’, zei de tractor.
‘Suwakan’, verbeterde de boer. ‘Hij is een hele bekende tovenaar. Hij heeft al veel problemen opgelost. Over een tijdje is het winter’, zei de boer. ‘Dan kun je naar hem toe gaan. Hij woont achter het bos en de bergen. Zijn huisnummer hoef ik niet op te geven want zijn kasteel torent overal boven uit. ‘Ja, dat is een goed idee’, zei de tractor. De dagen kropen voorbij maar eindelijk, na lang wachten, was het winter. Hij ging op pad. De boer had hem flink wat benzine en olie meegegeven. Vol goede moed verliet hij de boerderij. Opeens splitste het pad, hij sloeg natuurlijk het pad in naar de bergen, toen begon het landschap te veranderen. De akkers maakten plaats voor bomen. In het bos zag hij wat mieren lopen, hij stopte voor ze. Hee, dat waren geen mieren, dat waren kabouters! De kabouters klommen op de tractor. Toen ze op het stuur stonden begonnen ze te praten. Ze vroegen: ‘Waar ga je heen, tarctor?’ De tractor antwoordde: ‘Ik ga naar tovenaar Sawukan’. ‘Je bedoelt tovenaar Suwakan’, verbeterde een van de kabouters. ‘Maar waarom?’ ‘Ik ga vragen of hij mij om kan toveren in een tor’, zei de tractor. ‘Je bent juist zo mooi. Maar ja, het is jouw mening’, zei een kabouter. Ik weet wel een kortere weg. Dan moet je door de grote deuren in het vossenhol. Ik zal je er naartoe brengen’. De tractor reed naar het vossenhol en ging naar binnen. ‘Dag kabouter, bedankt en ik kom nog eens langs’, zei de tractor. Hij ging een onderaardse gang in en kwam bij de tovenaar en zei: ‘Gegroet tovenaar, eerst wilde ik een tor worden maar ik heb nagedacht. Geef mij maar alleen poten.’ En zo kreeg tractor alleen poten. En met die poten kon hij de boer wegduwen.

9.
.Joey:
Hij probeerde met zijn versnellingen aan de sleutel te draaien en het lukte. Voorzichtig ging hij rijden, de boer sliep nog. Hij reed hard weg en hij reed maar door en door tot zijn tank leeg was. En zelfs daarna probeerde hij nog door te rijden maar het lukte niet. Hij begon te huilen. Toen kwam er een vrouw aan, hij werd blijer en de vrouw zag hem. Ze ging naar hem toe en vroeg: ‘Is je tank leeg?’ De tractor knikte. ‘Zal ik wat benzine voor je halen’, vroeg de vrouw. De tractor knikte wederom. ‘Okay ik ben zo terug’, zei de vrouw. Even later kwam de vrouw terug met twee kannen benzine. De vrouw goot het in de benzinetank van de tractor. De tractor was weer blij en hij zei: ‘Zal ik je een lift geven?’ De vrouw zei: ‘Okay’. Toen reden ze naar hun huis. Daar zei de vrouw: ‘Nu mag je drie wensen doen. De tractor werd steeds blijer. Hij zei meteen: Ík wens dat ik een tor wordt!’ PLOF!!! De tractor was nu een terktor. Hij was zo blij dat hij heen en weer vloog. Maar hij had nog twee wensen te doen. Hij zag aan het huis van de vrouw dat ze arm was dus hij wenste: Ík wens dat U alles krijgt wat U wilt hebben!’ PLOFF!!! De vrouw had een villa, een berg goud, een jacuzzi, een limo en nog veel meer! Hij had nog een wens maar die liet hij zitten en vloog weg. Hij leefde nog lang en gelukkig.
Van tractor tot trektor

Toen hij wakker werd en naar zijn huis ging lag er een brief in de brievenbus.

Waarom de tractor nog geen trektor werd..







Van tractor tot trektor

Een machine die zich tot insect laat omvormen.

Dit verhaal speelt zich af op een zojuist gemaaide akker.
Het is warm en af en toe bewolkt, drukkend weer. Een boer heeft zijn boterhammen meegenomen en gaat ze, zo tussen twaalf en half twee in de schaduw van de tractor, opeten. Hij steunt met zijn rug tegen de grote achterband van de tractor. Hij zit zo lekker dat hij na een tijdje in slaap sukkelt. De tractor zint het niet, zo gaat dat nou elke dag! De boer gebruikt de tractor echt overal voor, zelfs om tegen in slaap te vallen. Terwijl de tractor weer in de brandende zon moet staan, het rubber van zijn banden uitdroogt en zijn metaal wel zestig graden is. Hij voelt zich als machine enorm in zijn doen en laten geremd.
‘Was ik maar een vlinder of desnoods een kever. Dan zou ik vrij zijn. Ik zou het wel weten, nooit meer dat zware werk en ik kan gaan en staan waar ik dat wil. Hij heeft het ze wat keren horen zeggen:



‘Ach, het is maar een machine, hoor!’ En dat mocht misschien wel zo wezen, hij had wel zo zijn gevoelens.







Van tractor tot trektor

De boer en de boerin aten die middag hutspot met klapstuk. Er werd gezwegen aan tafel. Was het altijd zo stil of was er iets voorgevallen wat het tweetal niet zinde ? De boer keek mistroostig voor zich uit en eindelijk, toen klapstuk en hutspot op waren sprak hij: ‘Die tractor van ons, ik heb het altijd een rare gevonden…’
En de boerin: ‘Weet je nog toen hij jong was? Stond hij ineens in Dubbeldam, hij wilde op school biologieles nemen.’
‘Ík heb hem nooit begrepen, eerst wilde hij er jong en modern uitzien, daarna stijlvol en wat ouder. Wat wil hij nu weer’, de boer legde zijn hoofd in zijn handen.
Ja, ja, hij had het gezegd, al tijden: ‘Ik laat me ombouwen tot insect.’ Ze hadden hem laten praten, gedacht, dat gaat wel weer voorbij. Maar dan kenden ze de tractor niet, zoiets is geen bevlieging. Hij was niet voor niets op de boerderijschool geweest toen hij nog jong en modern was. Uren had hij zitten studeren. Duizenden soorten kevers, zoveel mogelijkheden…
‘Wil je nog thee’, vroeg de boerin aan de boer. Die keek naar buiten: ‘Ach doe ook maar’. En terwijl de boerin naar de keuken sukkelde, verstijfde de boer van angst. ‘Mijn hemel’, lispelde hij tussen zijn tanden. ‘Wat komt daar aan?’ Een gestalte tekende zich af aan de horizon. Langzaam maar zeker kwam het dichterbij. Het leek een man, een man met heel veel haar.
De boer kneep met zijn ogen om beter te kunnen zien hoe de gestalte er exact uitzag.
‘Het lijkt wel of hij alleen in stro is gehuld. Zal dat hem zijn?’
HET WAS HEM! Deze man zou de tractor gaan veranderen in een trektor. Een magiër voor wie geen klus te dol was. Zijn advertentie stond regelmatig in de krant. ‘Roestofatie, de magiër voor wie geen klus te dol is.’ Waar kwam hij eigenlijk vandaan? Of bestaat zo een iemand gewoon, zonder komaf, zonder bestemming. Maar goed, de tractor had hem weten te vinden en nu kwam hij de tractor halen.















































‘Als hij maar weer terug komt’, zei de boer. Roestofatie knikte: ‘Minhir, U zult versteld staan…’ Daar gingen ze, de tractor en Roestofatie. De tractor blies nog eenmaal wat stoom uit zijn pijp en riep: ‘Daar gaan we dan!’ Zo vertrokken ze vanuit het hoge noorden, naar het diepe zuiden. Roestofatie had nog wat zaken te regelen in Dubbeldam. ‘Dubbeldam? Daar is het goed toeven. Ik heb daar vroeger op school gezeten, de Beatrixschool!’ Roestofatie keek de tractor opgewekt aan. ‘Wil je daar een dag blijven voordat we verder trekken naar het zuiden?’ ‘Ja,’zei de tractor. ‘En als ik ben omgebouwd dan wil ik daar ook weer zijn. Altijd en eeuwig’. ‘Dat kan niet’, de magiër keek bezorgd. ‘Ik heb de boer beloofd dat je terug komt’. ‘We zullen wel zien’, zei de tractor. In ieder geval is hij dus 1 dag op de Beatrixschool geweest. Daarna trokken de tractor en de magiër verder naar het zuiden.
En dat is dus het punt. Die Roestofatie heeft hem meegenomen naar Bulgarije en daar is de tractor nu nog steeds. Volgens de boer en de boerin kan Roestofatie er niets van. De tractor heeft nog éénmaal gebeld en gezegd dat het hem vies tegen is gevallen hoe lang zo’n transformatie wel niet kost. ‘Dat is geen peulenschil, vertel dat ook maar aan alle andere tractoren’. Toch is die Roestofatie zo gek nog niet want langzaam maar zeker druppelen er foto’s door van de resultaten. En die mogen er zijn! De tractor wordt een echte trektor. Zo zie je maar. En dat trekt altijd klanten. Jong en nieuw, de volgende tractoren staan al weer klaar om op weg te gaan. En altijd doen ze de Beatrixschool aan. Net zo lang tot de trektor uit Bulgarije is terug gekomen en zich definitief zal willen settellen op de Beatrixschool. Als insect, als tor, als trektor…